Als je hoort over creatieve vaardigheden, zul je wellicht initieel denken aan zaken zoals tekenen, schilderen, acteren of knutselen. Uiteraard zijn dit vaardigheden die we, vaak als we jong zijn, eigen maken. Ook als volwassene kunnen wij onze creatieve vaardigheden, die in andere hoeken zitten, eigen maken. Ontdek de 5 creatieve vaardigheden in deze blog.
In deze blog lees je over:
Mijn dochter van zeven vroeg me op een dag wat voor werk ik deed. Ik zei dat ik op een school werk en mensen leer hoe ze moeten tekenen.
Mijn dochter keek me ongelovig aan en vroeg:
"Vergeten ze dan hoe dat moet?"- Howard Ikemoto, kunstenaar
1. Creatief waarnemen
Bij creatief waarnemen verplaats je je in een ander perspectief dan je eigen dominante blik. Je stelt jezelf de vraag: ‘hoe kan ik dit anders zien?’ Het helpt om hiervoor uit te zoomen en het geheel te overzien met betrekking tot het vraagstuk. Je kan het bijvoorbeeld vanuit de bril van je klant bekijken of het tegenovergestelde van je huidige perspectief.
2. Divergeren
Bij divergeren is het uitgangspunt alternatieven bedenken. Bij divergeren of lateraal denken bedenk je zoveel mogelijke ideeën of oplossingen voor een bepaald vraagstuk of probleem. Het blind staren op 1 idee of oplossing ligt namelijk vaak op de loer als het over ideegeneratie gaat. Hier challenge je jezelf en elkaar om verder te kijken dan dat initiële idee. Bij deze vaardigheid is alles mogelijk, zelfs ideeën die onhaalbaar lijken mogen mee. Je gaat echt naar grenzen toe en soms challenge je zelfs die.
"Je kunt een probleem niet oplossen
met de denkwijze die het heeft veroorzaakt."– Albert Einstein
3. Flexibel associëren
De vaardigheid associëren gaat over het leggen van verbanden. Als mens doe je dit automatisch en dit resulteert vaak in onbewust patroondenken. Als je bijvoorbeeld denkt aan een banaan dan denk je logischerwijs aan fruit en niet zozeer aan een luchtbed. Bij flexibel associëren kan je patronen doorbreken en dus denken aan iets dat verder weg staat van de banaan. Er zijn twee routes om het aan te vliegen; resociatie (terugkoppeling) en disociatie (loskoppelen). Bij eerstgenoemde koppel je terug naar het thema en bij tweedegenoemde doorbreek je juist het patroon door eruit te stappen.
4. Kansdenken
Bij kansdenken stel je zo lang mogelijk je oordeel uit. Wellicht herken je het: je hebt een tof idee, je ziet het ook helemaal voor je, je presenteert het bij collega’s en zij schieten het meteen af. Argument als: ‘dat werkt toch niet’, ‘we hebben het al eens geprobeerd’, ‘het is verjaard of achterhaald.’ Dooddoeners. Flop, alle energie weg. Zonde. Bij kansdenken stel je daarom je oordeel zo lang mogelijk uit. Een oordelende houding kan je simpel vervangen door het stellen van niet-sturende vragen of het deel te benadrukken waar je mogelijkheden ziet. Ga uit van het growth mindset principe.
5. Beelddenken
Bij beelddenken zet je je verbeeldingskracht in werking. De kracht van kunnen verbeelden uit zich in dat je dingen vaak beter onthoudt. De informatie kan bovendien beter verwerkt worden en het kan ook een gevoelslaag raken. Een beeld maakt het mogelijk om snel duidelijk te maken wat er bedoeld wordt. Niet alleen voor degene die het beeld maakt zorg je dat associëren makkelijker wordt, maar ook de ontvanger neem je duidelijk mee in wat je nu bedoelt.
De 5 creatieve vaardigheden stellen je in staat creatief te denken. Om deze vaardigheden te ontwikkelen, geldt de kracht van herhaling. Het zal de eerste keren nog lastig zijn, of niet gaan zoals je misschien zelf wilt, maar oefening baart kunst! Vraag bijvoorbeeld mensen in je omgeving mee te doen en zo creëer je veilige en leuke situaties waar je van – en met – elkaar leert.